ALEX ELLIOTT JENKINS - PILOOT

Alex Jenkins werd geboren op 29 oktober 1924 in Melbourne, Australië. Hij behoorde tot de Royal Australian Air Force.

Voor hij dienst nam bij de RAAF, studeerde hij geologie aan de universiteit van Sydney. Jenkins nam vrijwillig dienst bij de RAAF in Benella, Victoria, op 2 november 1942, bij het N°11 EFTS.

Zijn eerste vluchten maakte hij in een tweedekker D.H.82 om vertrouwd te geraken met het vliegen. Dit deed hij aan de zijde van zijn instructeur Sergeant Eva.

D.H.82 Tiger (foto: http://usedom-aircraftsales.com/portfolio/de-havilland-tiger-moth-d-h-82/)

Op 16 april maakte Jenkins reeds zijn eerste solovlucht.

In juni 1943 werd Jenkins overgeplaatst naar N°7 SFTS in Deniliquin waar op 9 juni zijn cursus voor gevorderden begon met een Wirraway.

(foto: Rudy Kenis)

Dankzij zijn vliegervaring werd Jenkins een zeer bekwaam piloot. Hij haalde dan ook al snel wat stunten uit zoals op 24 augustus toen hij wat overmoedig met zijn toestel omsprong en tijdens zijn vlucht enkele elektriciteitskabels raakte. Hierdoor moest hij 28 dagen aan de grond blijven.

In oktober 1943 beëindigde Jenkins zijn vliegcursus in Australië met een totaal van 167 vlieguren.

In januari 1944 maakte Jenkins de grote oversteek naar Engeland om te kunnen deelnemen aan het grote oorlogsgebeuren in Europa. Hij werd ondergebracht in het N°20 PAFU te Kidlington waar hij op 25 mei 1944 zijn eerste vlucht maakte met een Avro Anson.

Jenkins werd al snel overgeplaatst naar een vliegbasis in Croughton. Daar werd hij opgeleid in een Oxford lestoetsel. Op 15 juni maakte hij een onfortuinlijke landing toen zijn remmen blokkeerden en de neus van zijn toestel zich in de grond boorde.

Nog diezelfde maand werd hij overgeplaatst naar de N°1538 BAT-flight waar hij vertrouwd werd gemaakt met nacht- en bombardementsvluchten.

Uiteindelijk begon het echte werk in augustus bij zijn overplaatsing naar N°30 Operational Training Unit in Seighford. Hier werd hij opgeleid in de operationele Wellington bommenwerper. Zijn eerste vlucht met dit vliegtuig gebeurde op 17 augustus 1944. Op dat ogenblik kreeg Jenkins ook zijn vaste bemanning toegewezen waarmee hij zijn eerste vlucht deed op 21 augustus 1944. Deze bemanningsleden waren:
- bommenrichter P/O Campbell
- boordwerktuigkundige F/O Stone
- navigator F/O Swift
- marconist F/O Clegg
- bovenste koepelschutter Sgt. Braddock
- staartschutter Sgt. Silcock (deze werd op 3 januari 1945 vervangen door Sgt. Graham)

Wellington bommenwerper (foto: Wikipedia)

Al de mogelijke vliegsituaties die tijdens operationele vluchten nodig waren, werden ingestudeerd: navigatie, formatievliegen, beschieten van vijandelijke vliegtuigen, bombardementen op grote hoogte, nachtvluchten, ontwikkelingsmanoeuvres bij aanvallen van vijandelijke vliegtuigen, enzovoort... Dit alles gebeurde nog met een Wellington bommenwerper die stilaan een oudgediende werd bij de RAF.

In november werd hij samen met zijn bemanning overgeplaatst naar Lindholm waar hij in het N°1956 Conversion Unit vertrouwd werd gemaakt met het vliegen met de Lancaster bommenwerper. Eind 1944 haalde Jenkins 188 uren nachtvluchten en 236 uren dagvluchten.

Uiteindelijk werd op 1 januari 1945 de ganse crew ondergebracht bij het 460e Squadron in Binbrook. De eerste vlucht in hun nieuwe Squadron vond reeds plaats op 3 januari. Hier begon voor hen dan ook het echte werk. Nu waren ze helemaal klaar om de strijd aan te gaan.

Om vertrouwd te geraken met vluchten boven vijandelijk gebied werd Jenkins meegenomen door een ervaren bemanning.

Jenkins maakte zijn eerste operationele vlucht boven Duitsland op 6 januari aan de zijde van piloot F/Lt. Holmes. Het doelgebied was een spoorwegknooppunt in Hanau. Er namen 482 bommenwerpers deel aan deze operatie. Tijdens deze vlucht vloog Jenkins voor het eerst met de Lancaster AR°F², het toestel waarmee ze later zouden neergeschoten worden.

Hanau (foto: http://webarchive.nationalarchives.gov.uk/ )

Op 16 januari deed Jenkins zijn 2e operationele vlucht boven Duitsland. Ditmaal was hij gezagvoerder en vloog hij met zijn eigen bemanning in de Lancaster AR°H². Het doel waren de Braunkohle-Benzin synthetische olieraffinaderijen in Zeitz bij Leipzig. Die nacht namen 1.283 toestellen deel aan de operatie, 30 ervan gingen verloren.

Op 2 februari stegen Jenkins en zijn bemanning opnieuw op met de AR°F². Het doelgebied was Wiesbaden. In totaal namen 1.251 toestellen deel aan dit bombardement. 21 van hen keren nooit terug.

De 4e operationele vlucht van Jenkins en zijn bemanning vond al meteen de volgende nacht plaats, op 3 februari. Ze vlogen opnieuw met de Lancaster AR°F², naar de Prosper benzinefabrieken in Bottrop. 510 vliegtuigen stegen op en 12 ervan keerden niet meer terug.

De 5e operationele vlucht vond plaats op 8 februari, met de Lancaster AR°P. Het doel waren de olieraffinaderijen in Politz. Er stegen 1.020 vliegtuigen op waarvan er 17 niet terugkeerden.

De 6e operationele vlucht vond plaats op 13 februari. Met het toestel AR°B2 namen zij deel aan het beruchte bombardement van Dresden.
In een interview met WVL zei Jenkins het volgende hierover: "Dit was een vreselijk bevel, maar we waren in oorlogstijd, wij piloten moesten gaan. Churchill, die dit bevel gaf om Stalin te sussen, was nooit goed bevriend met de Bomber Command en nam zijn verantwoordelijkheid niet toen de publieke opinie zich uitliet over het bombardement op Dresden. Als gevolg werden de RAF Bomber Command-leden nooit uitgenodigd op de overwinningsparades na het einde van de Wereldoorlog in 1945 en werden ook uitgesloten van de Victory Medal awards! Onze uitstekende commandant, Air Marshal Arthur "Bomber" Harris werd onrespectvol behandeld en moest de volledige verantwoordelijkheid op zich nemen. Wij, de overlevenden van het Bomber Command, hebben het onrespectvol gedrag van Churchill nooit vergeven, hoewel hij natuurlijk zeer belangrijk was voor Groot-Brittannië toen ze hem nodig hadden."

Dresden (foto: Wikipedia)

De 7e operationele vlucht van Jenkins was met de Lancaster AR°F². Het doel was Dortmund. Deze missie werd de bemanning echter fataal... Het verhaal kan u elders op deze website lezen.

Dortmund (foto: http://www.wegnaardebevrijding.nl/ )

Jenkins was de enige overlevende. Hij lag bewusteloos in zijn cockpit toen die na de explosie richting aarde stortte. Hij werd net op tijd wakker en kon zijn parachute gelukkig nog opentrekken. Hij landde in Linkhout in een boomgaard.

Jenkins in de tuin waar hij met zijn parachute landde (foto: Nick Lieten)

 

Voor Jenkins was het onduidelijk of hij in bevrijd gebied zat. Het was nacht en er was geen mens te bespeuren. Hij begaf zich na zijn landing in de richting van de kerk. Deze wandelde hij aan de rechterkant voorbij en merkte een elektriciteitscabine op waar een affiche met Duitse opschriften op de deur hing. Dit deed hem twijfelen of hij wel in bevrijd gebied zat.

Jenkins voor de elektriciteitscabine (foto: Nick Lieten)

Jenkins besloot om zich te gaan verstoppen in de kerk. Jammer genoeg was deze gesloten. Hij probeerde de deur open te krijgen, maar dat lukte helaas niet.

Links van de kerk zag hij een boederij en zag dat er boven aan het raam een oude vrouw naar hem stond te kijken (vermoedelijk mevrouw Minten, echtgenote van Jozef Vreven). Jenkins riep haar toe: "Anglais?", maar het geschrokken vrouwtje sloot het venster en verdween.

Huis links van de kerk (foto: Rudy Kenis)

Jenkins keerde terug naar zijn landingsplaats en zag een smal paadje dat langs de boerderij liep. Hij liep het paadje af en zag daar een vrachtwagen staan. Tot zijn grote opluchting was deze van geallieerde troepen. Er was niemand te zien, maar Jenkins claxoneerde even. Daarop verschenen er 2 soldaten van de 58e Royal Artillery. Zij waren op zoek naar overlevenden van de neergestorte Lancaster.

Jenkins werd naar het ziekenhuis in Diest gebracht waar hij de nacht spendeerde.

Vanaf half maart meldde hij zicht terug aan op de basis. Hij werd definitief bevelhebber van de bemanning van Commanding Officer Nick Cowan. Zijn nieuwe bemanning bestond uit Roy Wilson, Alex Brown, Keith Teasdale, George Mottershead, Jimmy Lindroth en Johnny Hodson.

Alex Jenkins (vooraan midden) met zijn nieuwe bemanning en nieuwe AR°F² (foto: Rudy Kenis)

Op 23 maart vliegt Jenkins zijn 8e missie met een Lancaster AR°J2. Het doel was een brug over de Weser in Bremen. Tijdens dit bombardement werd het toestel getroffen door FLAK afweergeschut.

Missie 9 vond plaats op 27 maart 1945. Het betrof een bombardement op luchtmarkeerders boven Paderborn. Deze vlucht was in totaal maar liefst 1.930 kilometer lang.

De 10e missie werd gevlogen op 31 maart 1945 en betrof een bombardementsvlucht naar Hamburg. Tijdens deze missie gingen er van de 400 toestellen 11 verloren.

De 11e missie betrof een nachtvlucht naar Kiel en werd gevlogen op 9 april 1945. Het doel was het havengebied. Tijdens deze missie werd het slagschip 'Admiral Scheer' tot zinken gebracht. Jenkins hoopte dat het niet door één van zijn bommen gebeurde.

Admiral Scheer (foto: http://hmsjervisbay.com/Story.AdmiralScheer.php )

De 12e missie was een bombardementsvlucht op Berlijn op 14 april 1945. Meteen na het opstijgen liet de rechter binnenmotor het echter afweten. Het weer was ontzettend slecht, hagel en regen. Jenkins vloog tot aan de Noordzee en dropte zijn bommen in zee en keerde terug.

Op 18 april werd dan de echte 12e missie gevlogen. Deze ging naar Heligoland, een Duitse zeemachtbasis. Meer dan 1.000 toestellen namen deel aan dit bombardement.

Vier dagen later, op 22 april 1945, vond de 13e missie plaats. Opnieuw werd er naar Bremen gevlogen. Toen het doelgebied werd genaderd, kreeg Jenkins van de vluchtleiding te horen dat het bombardement niet zou doorgaan. De kans om geallieerde troepen te treffen was te groot, daar het doelgebied op 1,5 kilometer van de frontlijn lag. De bommen werden opnieuw in zee gedropt.

Op woensdag 2 mei 1945 deed Jenkins zijn eerste Manna-vlucht. Manna-vluchten zijn voedseldroppingsvluchten. 10 ton voedsel werd gedropt boven Rotterdam. Op de terugweg begaf de rechter binnenmotor het weer.
Een dag later werd er opnieuw naar Rotterdam gevlogen voor een tweede Manna-vlucht.
Nog eens 4 dagen later werd de 3e maal een Manna-vlucht gedaan boven Rotterdam. Jenkins was verheugd dat de vluchten eindelijk een humanitaire bestemming kregen en niet het dodelijke karakter hadden zoals voorheen.

Op donderdag 10 mei, 2 dagen na VE-day (Victory in Europe), vloog Jenkins naar Brussel om ex-krijgsgevangenen op te halen. Deze vluchten noemen Exodus. Dit was de laatste vlucht in meer dan een maand.

Op 13 juni 1945 deed Jenkins een VLR-vlucht (Very Long Raid). Ze legden mijnen door middel van hun H2S-radar en keerden naar de basis terug.

Op 15 juni 1945 deed Jenkins een, naar zijn mening, onvergetelijke vlucht boven Duitsland op een hoogte van 300-600 meter. De route was: basis - Shegness - Den Helder - Heligoland - Cuxhaven - Hamburg - Brunswick - Kassel - Mohnedam - Duisburg - Wupperthal - Essen - Dortmund - Düsseldorf - Keulen en enkele kleinere plaatsen zoals de Göring staalfabrieken.

Op 25 juni ging operatie Post Mortum door. Samen met 200 toestellen steeg Jenkins op om het Duitse radarsysteem Early Warning System te testen.

Op 28 juni werd opnieuw een verkenningsvlucht boven Duitsland uitgevoerd. De vluchtroute liep als volgt: basis - Southwold - München-Gladbach - Duisburg - Essen - Gelsenkirchen - Düsseldorf - Keulen - Bonn - Koblenz - Wiesbaden - Mainz - Mannheim - Ludwigshaven - Karlsruhe - Saarbrucken - Brussel - basis. Nu werd duidelijk welke ravage hun bommenwerpers hadden aangericht in deze steden. Sommige van deze steden werden compleet vernield.

Een dag later opnieuw een operatie Post Mortum, ditmaal boven Denemarken, net als op 4 juli.

Op zaterdag 14 juli volgde een 3e sightseeing-vlucht boven Duitsland. De vluchtroute was ditmaal als volgt: basis - Antwerpen - Diest - Zelem - München-Gladbach - Essen - Krefeld - Duisburg - Bochum - Dortmund - Mohnedam - Kassel - Hannover - Bremen - Wilhelmshaven - Heligoland - Den Helder - basis.
Tijdens deze vlucht werden er foto's gemaakt van de overblijfselen van de AR°F² en twee foto's van een dorp waarvan Jenkins vermoedde dat het Zelem of Linkhout was. Dit bleek uiteindelijk Lummen te zijn.

Na VJ-day (Victory in Japan) werd pas op 1 september opnieuw gevlogen. De vlucht ging naar Bari en duurde 1.600 mijl, ongeveer 7 en half uur vliegen. De terugvlucht op 4 september was tevens de laatste vlucht van Jenkins.

Op 6 september 1945 kreeg Jenkins te horen dat zijn dienst erop zit. Op 3 oktober scheepte hij met 4.000 andere militairen in in Liverpool om aan de lange tocht naar huis te beginnen. Op 6 november was hij eindelijk weer thuis.

Wat er na de oorlog met hem gebeurde, tijdens zijn "tweede leven" zoals hij de periode zelf noemt, laat ik hem zelf vertellen:
"Ik keerde terug naar Australië op mijn 21e verjaardag. Na enkele maanden hervatte ik mijn onderbroken opleiding op de universiteit van Melbourne, waar ik eerst mijn diploma metaalkunde behaalde in 1948. Daarna ging ik naar Cambridge om mijn doctoraat (Ph.D) te behalen, 3 jaar later in 1951. Ik kwam aan het hoofd te staan van een internationaal onderzoeksteam op het domein van legeringen op hoge temperatuur, met de nadruk op metallic titanium legering systemen. Dit breidde zich uit toen ik benoemd werd tot stichtend professor in de eerste naoorlogse universiteit in Sydney, waar mijn team één van de eerste gebruiksmethoden van titanium legeringen ontwikkelde in vliegtuigen en bij medische implantaten voor het menselijk lichaam. Die 20 jaar brachten me over de hele onderzoekswereld in die tijd. Het was een periode van intense veranderingen binnen zowel de academische als de zakelijke instellingen, wat uiteindelijk resulteerde in een complete verandering in mijn carrière-activiteiten. In 1970 verdiepte ik me in de industriële wereld, voornamelijk bij The International Nickel Company (INCO) in Canada en later in Australië en verschillende landen in de Pacific. Gedurende de volgende 30 jaar was ik hoofdzakelijk bezig met internationale activiteiten binnen commerciele en overheidsbedrijven en ik ging uiteindelijk op pensioen in 1999, op medisch adviezen ging ik wonen waar ik nu nog steeds woon in Orange, Central West New South Wales." 

Jenkins in 2010

Op 23 januari 1985 keerde Jenkins voor het eerst terug naar Linkhout. Hij bezocht het staartstuk van zijn vliegtuig in de tuin van Rudy Kenis, het gemeentehuis in Lummen, de militaire begraafplaats in Hasselt, waar zijn gesneuvelde vrienden rusten en de crashplaats in de Goeren.
Nadien ging hij naar Linkhout centrum, eerst naar de plaats waar hij landde met zijn parachute, gevolgd door een bezoek aan de kerk. Maar net als in 1945 was de deur gesloten, en kon Jenkins dus niet de kerk binnengaan. Dit wou hij de volgende dag echter opnieuw proberen.
De volgende morgen lag het landschap onder een dik sneeuwtapijt en Jenkins besloot de trip naar de kerk niet te maken. Hij beloofde ooit terug te keren om zijn werk in de kerk af te maken...

Bezoek Jenkins in 1985 (foto: Koen Luts)

Jenkins aan de graven van zijn bemanning (foto: Rudy Kenis)

En zo geschiedde. Na in 1985 onder impuls van het immense opzoekingswerk van Rudy Kenis te zijn overtuigd om Linkhout te bezoeken, besloot Jenkins in mei 2012 Linkhout opnieuw te bezoeken, mede dankzij het mooie werk dat wij met onze vereniging verrichtten, onder andere het renoveren van het monument in de Goeren. Op 24 mei 2012 was de grote dag. We haalden Jenkins op in Brussel en gingen met hem naar de kerk in Linkhout, volgden ongeveer de route vanaf zijn parachutelanding en gingen daarna naar de kerk. Ditmaal was de kerk wel open, en een zeer geëmotioneerde Jenkins fluisterde mij toe: 'the circle is round', de cirkel is rond. Hierna begaven we ons naar het gemeentehuis in Lummen om daarna af te sluiten aan het gerenoveerde Lancastermonument in de Goeren. In naam van WVL ben ik vereerd om deze man ontmoet te hebben en deze onvergetelijke dag mede mogelijk te maken.

Alex Jenkins met een deel van het War Visitors Linkhout-bestuur (foto: Nico Cypers)

Na zijn bezoek in 2012 lieten we Maurice Bellings twee prachtige tekeningen maken van de kerk in Linkhout om cadeau te doen aan Alex Jenkins.

Alex Jenkins overleed op 14 maart 2017 na zijn gezondheid gestaag verslechterde. Hij werd 92 jaar.

Lest we forget...


Bron: Alex Jenkins & Rudy Kenis